Heemkunde Kanne 25 jaar

← Terug naar Tijd voor feest!

Kanne is een prachtig dorp. Volgens Toerisme Vlaanderen sinds 2008 zelfs het tweede mooiste dorp van Vlaanderen, na Oud-Rekem. Het ‘witte dorp’ heeft dan ook tal van troeven: het uitzonderlijke landschap, de authentieke oude woningen, het kasteel van Neercanne, de Jekervallei, de heuvels, tradities… en uiteraard de mergelgroeven die hier ‘grotten’ genoemd worden. Kanne heeft ook een uniek dialect dat helaas steeds minder gesproken wordt en markante straatnamen die verwijzen naar een rijke geschiedenis. “Dat waardevolle erfgoed mag niet verloren gaan en dat was destijds ook de motivatie van Frans Mourmans en Gèr Smeets, de initiatiefnemers van onze vereniging” vertelt Guido Thijs van Heemkunde Kanne.  

EEN VLIEGENDE START IN 1999

26 januari 1999 verzamelden voor het eerst een aantal Kannenaren die hun dorp meer dan een warm hart toedroegen. In de weken nadien werden afspraken gemaakt rond vergaderingen en doelstellingen en werd ook een bestuur gekozen met Frans Mourmans als voorzitter en Gèr Smeets als ondervoorzitter. Heemkunde Kanne stond vanaf dat moment op de rails…

“De eerste vergaderingen vonden plaats in het oud gemeentehuis aan het Statieplein en toen dat verbouwd werd tot wooncomplex verhuisde de kring naar de Vrije Basisschool, terwijl de ‘grotere’ vergaderingen plaatsvonden in de Zaal onder de Kerk. Iets wat nog steeds zo is” aldus bestuurslid Toine Bettens.

OMVANGRIJK ARCHIEF

In die beginperiode werden contacten gelegd met aanverwante verenigingen in de buurt en na een huis-aan-huis- oproep volgde een eerste algemene vergadering op 26 oktober 1999. Eerder al mocht Heemkunde reeds een eerste schenking ontvangen: een fotoboek van Germaine Declercq over het graven van het Albertkanaal in de jaren ’30. Het was de aanzet van een omvangrijk archief dat thans bestaat uit duizenden doodsbrieven en -prentjes, boeken en tijdschriften, schilderijen, gebruiksvoorwerpen, maar ook het archief van de Koninklijke Fanfare Alliance, van de Oud-Strijdersbond en van de ter ziele gegane voetbalclub Kanne VV. “Een en ander bevindt zich momenteel op het doksaal van de Sint-Hubertuskerk, maar dat is verre van ideaal. Een vast eigen lokaal met een archief-, vergader- en opzoekruimte is meer dan welkom…” luidt het bij het bestuur.

EEN BREDE EN GELAAGDE WERKING

“Vanaf het vroegste moment werd afgesproken dat er extra aandacht moest geschonken worden aan het lokale dialect. “Het Kanners speelt een essentiële rol in het sociale en culturele leven van het dorp. Het heeft een rijk verleden, is ons van generatie op generatie overgeleverd en verdient beschermd te worden als belangrijk erfgoed” meent Toine.

Reeds in april 2000 werd een eerste editie van het heemkundig tijdschrift uitgegeven. “In dat jaar verschenen er slechts 3 boekjes, maar vanaf 2001 werd het een blad dat om de drie maanden gepubliceerd werd. Op dit ogenblik tellen we 240 abonnees” bekent Guido Thijs.  Nog in 2000 werd meegewerkt aan een fotoboek over de Riemstse dorpen en aan een gemeentelijke inventarisatie van de mergelwoningen.

Paul Vrijens: “Begin 2001 ging de werkgroep Toponymie van start. De groep ging op zoek naar de oude plaatsnamen zoals ze werden overgeleverd door pastoor Van Heukelom in een werkje uit 1935. Al die locaties werden aangeduid op een kadasterkaart en bij iedere expositie trekt de kaart steeds heel wat belangstelling. Het oude boekje van Van Heukelom werd recent in een geactualiseerde versie van bestuurslid Roger Thijs opnieuw uitgegeven en er was behoorlijk wat interesse voor.”

Indachtig de uitdrukkelijke wens van de stichters verscheen in het tijdschrift ‘Heemkunde Kanne’ vanaf mei 2001 ook een vaste rubriek ‘V’r kalle Kanners’ waarin vooral Toine Bettens zich kon en nog steeds kan uitleven in het dialect. “In 2003 hebben Roger Thijs en ik zelfs een humoristische strip in het dialect uitgegeven: ‘Kan, het döbbel däorepke’” getuigt hij thans met de nodige trots.

Net als andere gelijkgestemde verenigingen maakte Heemkunde Kanne in de loop van haar bestaan geregeld uitstappen: Tongeren, Maastricht, de bronnen van de Jeker, Visé, Luik, Ieper en de Westhoek… maar ook de nabije mergelgroeve de Keel, de Nato-berg en de Jezuïetengrot werden bezocht. Ook de vele boeiende lezingen – over uiteenlopende thema’s – kenden steeds een groot succes.

Een eerste eigen tentoonstelling kwam er in 2006: oude klasfoto’s tot 1960. Ze trok honderden belangstellenden. In 2008 volgde een expositie over de geschiedenis van het Albertkanaal waaraan de uitgave van een succesrijk naslagwerkje gekoppeld werd. “Nadien volgden tentoonstellingen over de Eerste Wereldoorlog in 2010, over het Interbellum – de periode tussen WO I en WO II – in 2012, de Tweede Wereldoorlog in 2015, de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog in 2017, Schilderachtig Kanne in potlood en penseel in 2019 en na de coronapandemie in 2022 de tentoonstelling Open kaart voor Kanne waarin aandacht ging naar de toponymie, de bebouwing en genealogie. In 2024 plannen we een expositie over huwelijken en jubilea. Daar zijn we nu volop mee bezig” vertellen Guido Thijs en Paul Vrijens.

Vermeldenswaard is beslist ook het initiatief dat de kring nam om de resterende kapelletjes van de publieke kruisweg vakkundig te restaureren. Dat gebeurde in samenspraak met de diverse eigenaars en kende tijdens de opening in 2022 een groot succes.

INTERACTIEVE WEBSITE

Dat Heemkunde Kanne geen ‘verouderd clubje’ is maar met de tijd meegaat, kan vastgesteld worden op haar website die zowat tien jaar (inter-)actief is. Daarop worden meestal korte artikelen gepost die wetenswaardig of belangrijk zijn. Vaak komen hierop reacties en vragen van bezoekers die ook snel beantwoord worden.

GESCHIEDKUNDIGE PRIJS

U merkt het: sinds 1999 timmert Heemkunde Kanne vlijtig als mieren en naarstig als bijen voortdurend aan de weg om het aanzienlijke kostbare erfgoed van het mergeldorp te bewaren en voor de toekomst veilig te stellen. Dat is ook het gemeentebestuur niet ontgaan en om die onvoorwaardelijke inzet mocht de kring onlangs de ‘Geschiedkundige prijs van de gemeente Riemst 2022’ ontvangen. Chapeau!

Eddy Vandoren