Erfgoedkrant

De Sint-Sebastianuskerk van Niel-bijSint-Truiden is een neoclassicistische kruiskerk van 1839. Ze bewaart een mooie collectie roerend religieus erfgoed. In deze collectie bevindt zich een prachtig kazuifel [1]. De kerkfabriek heeft ze altijd beheerd en onderhouden als zijnde ‘middeleeuws’. Maar niets is minder waar… Of toch maar deels. Het kazuifel is een mooi voorbeeld van geassembleerde kunst uit verschillende tijdsperiodes. In de eclectische 19e eeuw neemt de neogotiek een bijzondere plaats in. Teruggrijpen naar de gotiek werd beschouwd als het gepaste uitdrukkingsmiddel voor het katholieke reveil. Heel wat bisschoppen vonden hierin de stijluitdrukking voor een traditionalistische en op de middeleeuwen geïnspireerde kerkhervorming. Het Nielse kazuifel is een prachtig voorbeeld uit deze late 19e eeuw. De borstkolom en het rugkruis bevatten een reeks onder elkaar geplaatste heiligen waaronder H. Petrus, H. Johannes Evangelist, de aanbidding van de herders geflankeerd door twee engelen en een H. kardinaal. Het is een middeleeuws aurifries zoals we nog een aantal voorbeelden kennen in onze Haspengouwse kerken, het ene al origineler dan het andere. Enkele ateliers in de 19e eeuw specialiseerden zich in het ‘namaken’ van middeleeuwse geborduurde taferelen in bandvorm. Deze zijn stilistisch niet te onderscheiden van het origineel, maar wel te herkennen aan hun machinale weeftechniek in plaats van handborduurwerk. Een bekend figuur in de productie hiervan was onder meer de Bruggeling Louis Grossé, van het Atelier Grossé dat vandaag nog altijd een grote producent is van liturgische paramenten. Mogelijk werd ook het kazuifel uit Niel bij Grossé herwerkt. GINGELOM Het is een gekend fenomeen dat veel middeleeuwse aurifriezen ontdaan werden van hun figuren [2]. Deze werden op hun beurt opnieuw herwerkt, apart bewaard of zelfs verhandeld. Ook de banden op het kazuifel van Niel zijn een voorbeeld hiervan. De oorspronkelijke aurifriezen werden volledig opnieuw samengesteld en opgebouwd in lagen. De dieperliggende delen, onder meer in de architectuur, zijn ruwer van structuur en duidelijk authentieker, mogelijk 16e-eeuws [3]. De lagen daarop, met onder meer de figuren, zijn van jongere datum. De gezichten en handen van de geborduurde figuren zijn stilistisch té mooi en te strak afgelijnd om handborduurwerk te zijn. De vormgeving in de detaillering is trouwens veel te realistisch voor middeleeuws borduurwerk [4]. De gave uitwerking wijst op een vervaardiging met behulp van een weefgetouw. Wie goed naar de figuren kijkt zal aanvoelen dat de schakering en het schaduwgebruik in de mantels van de figuren eveneens modern aanvoelt [5]. Door het handborduren was er minder mogelijkheid om veel schakeringen in middeleeuwse gewaden aan te brengen, maar waren de overgangen veel harder. Toch moet men goed opletten, want de misleiding zit in de kleinste details. Zo werden aan sommige figuren wél de originele 16e-eeuwse voetjes gelaten [6]. APRIL 2025 I ERFGOEDHASPENGOUW.BE 7 Misleidend middeleeuws object in de kijker © MUSEUM CATHARIJNECONVENT, UTRECHT, FOTO RUBEN DE HEER Als basisstof werd het genaamde “Cloth of Gold d’ Orléans” gebruikt, een imitatiestof van gepatroneerd goudlaken naar een ontwerp uit de 16e eeuw. Het verwijst naar de belangrijke ontmoeting van Hendrik VIII, koning van Engeland, met de Franse vorst Frans I op 7 juni 1520 in Balinghem, vlakbij Calais, op het beroemde Le Camp du Drap d’Or, kortweg het Goudlakenkamp. Zoals de naam het al verraadt, speelden beide partijen hun absolute rijkdom uit als troef in de strijd om een betere vriendschapsband. Omdat de kastelen in de buurt niet aan de eisen van beide partijen voldeden, werd besloten om voor de komst van de vorsten tijdelijke paleizen aan te leggen. Hiervan was de fundering van steen, de muren opgetrokken uit houten raamwerken en vervolgens bekleed met doeken die beschilderd waren alsof ze van steen waren. De daken werden zodanig beschilderd dat het leek alsof er een echt loden dak op het ‘paleis’ lag. Het complex van Henrik VIII zou een totale oppervlakte gehad hebben van 10 000 m². Het tijdelijk paleis, en later ook de genodigden, werd behangen met het goudlaken, een geweven stof met zijde en gouddraad. Hieraan dankte de ontmoeting zijn naam. De gebruikte ontwerpen werden gereproduceerd in allerlei populaire stoffen voor liturgische paramenten. Wanneer we tijdens inventarisaties dergelijke interessante kazuifels tegenkomen, dan mogen de vrijwilligers eerst een gokje wagen over de datering van het object. De winnaar krijgt wat extra koekjes tijdens de koffiepauze. 4 6 5 3 2 6 1

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=